Ga naar de inhoud
Home » Blog » De Volkskrant ziet toekomst in humanure

De Volkskrant ziet toekomst in humanure

volkskrant artikel

De Volkskrant van 16 februari 2024 ziet toekomst in humanure

Onlangs werd ik gewezen op het artikel Zonde om weg te spoelen? Wat menselijke ontlasting kan bijdragen aan duurzame landbouwvan Pieter Hotse Smit in De Volkskrant van 16 februari 2024. Ha, eindelijk eens een journalist die het onderwerp durft op te pakken, was mijn eerste reactie, ik ben benieuwd. Goed om te zien dat het laatste kringlooptaboe nu eens eindelijk serieus aandacht lijkt te krijgen. ‘Duurzame landbouw’, ja dat is waar we naartoe moeten. Zou het dan toch langzaamaan duidelijk worden dat kringlooplandbouw niet mogelijk is zonder de mens erin te betrekken?

Zowaar, het artikel begint goed. De journalist haalt Jenkins aan! Dat is heel zeldzaam. Joseph Jenkins is de schrijver van The Humanure Handbook, het boek dat samen met de werken van Joseph Orszàgh, de enige goede wetenschappelijk onderbouwde informatie is die ik tot nog toe wist te vinden over het onderwerp composteren van menselijke ontlasting. Het verhaal leest goed, is prettig geschreven en mooi opgebouwd, iets wat je van een Volkskrant journalist ook wel een beetje mag verwachten. Leuk ook om te lezen is dat hij bij Aardehuis Olst is geweest, bij Pieter van der Kuil. Ik heb Pieter eerder ontmoet tijdens een bezoek met een aantal van mijn toekomstige Klein Oersburen en van hem een vergelijkbaar verhaal gehoord. Trots was hij op zijn sedumdak dat hij voedt met zijn compost: ‘Kijk, dit hebben we allemaal zelf bij elkaar gescheten.’ Een geweldige enthousiasteling die met een enorm plezier zijn verhaal vertelt. Heel herkenbaar nu ik het artikel lees. Hier en daar zette ik wel de nodige vraagtekens bij de manier van werken van Pieter maar desalniettemin, het was goed te ervaren dat zelfs na jaren zonder spoeltoilet te hebben geleefd, iemand te treffen die positief is gebleven. En hij is gelukkig niet de enige.

Gaandeweg het artikel bekruipt me helaas toch de nodige teleurstelling. Het begon zo goed. Zoals zo vaak gebeurt laat ook deze journalist zich in de hoek van de tech drukken. Natuurlijk gaat het dan over nutriënten. Die zitten vooral in onze urine zo wordt beweerd. Natuurlijk, dat is waar. Mineralen als fosfor en kalium komen samen met stikstof juist daar in voor. Struviet dat je kunt maken uit urine en ammoniumnitraat zal vast veelbelovend zijn. Daar tegenover wordt de low tech van Jenkins als minderwaardig weggezet. “In de Arnhemse woongemeenschap Arneco zijn ze een stap verder dan in Olst.” zo valt te lezen. Daar heeft men tenminste een installatie die urine opvangt met bezinkingstanks en membranen die via elektrodialyse bruikbare stoffen uit de urine haalt is de teneur. Heeft de schrijver Jenkins dan wel gelezen? vraag ik mij dan af. Die komt niet meer aan bod. Het lijkt erop dat hij niet verder dan de inleiding is gekomen. Een gemiste kans want de inhoud van het boek is echt heel goed onderbouwd.

Het woord ‘duurzaam’ is een containerbegrip geworden. Net als het woord ‘eco’ wordt het te pas en te onpas overal aan toegevoegd. Helaas ook nu weer. Want gaat dit werkelijk richting de oplossing om de landbouw in Nederland te verduurzamen? Ik vraag het mij af. Dat Nederland is getroffen door de biodiversiteitscrisis dringt in dit artikel totaal niet door. Verschraling van de akkers gebeurt aan de andere kant van de wereld, kennelijk niet hier. Het zou toch genoegzaam bekend moeten zijn dat het met de akkers, de bodem van de reguliere landbouw in Nederland, uitermate treurig gesteld is, er zit bijna geen leven meer in. Onder andere de Netflix documentaire Kiss the Ground laat op een heel mooie manier duidelijk het probleem van industriële landouw zien. Tal van wetenschappers die zich bezig houden met het onderwerp biologische landbouw onderschrijven dit. Ik had het idee dat dit langzaamaan wel begon door te dringen, de media berichten er steeds vaker over. Van een serieuze krant als de Volkskrant zou je dan ook wel wat beters verwachten dan dit. Kunstmest draagt bij aan verarming van de bodem, je voedt er de planten mee, niet de bodem. Misschien vergis ik mij, maar door met allerlei high-tech technieken nutriënten te gaan maken uit urine creëer je naar mijn idee een soort kunstmest. Meststoffen in ieder geval die de planten laten groeien in plaats van de bodem voeden. Het is juist compost dat de bodem wél voedt! Compost is een meer dan uitstekende bodemverbeteraar, geen mest. Honderd jaar geleden wisten de boeren dat al. Mest uit de potstal werd gecomposteerd en teruggegeven aan de bodem. Alle nutriënten zitten er in, veilig gebonden in de humus. Daarnaast krijgt het bodemleven ook alle ruimte zich te ontwikkelen. De planten halen de voeding eruit wanneer ze het nodig hebben en het maakt ze weerbaar en gezond. Gewassen groeien met behulp van de natuur die in evenwicht is. Wegspoelen naar het grondwater doet er niets. Met geen woord rept de schrijver hierover. Wat een gemiste kans!

Misschien ben ik te positief en is het op grote schaal toepassen van compost uit droogtoiletten een utopie, zijn het voornamelijk een stel fanatieke ecodorpenthousistelingen die met emmers naar een composthoop willen gaan sjouwen. Laat dat dan zo zijn. Maar er zijn wel degelijk ideeën die in de richting van oplossingen wijzen waarbij dat sjouwen achterwege kan blijven. Wijlen Joseph Orszaǵh, hoogleraar aan de universiteit van Bergen Henegouwen wijst er op zijn website eautarcie.org op. In stedelijk gebied zal een gescheiden rioleringssyteem aangelegd moeten worden, zo is zijn idee, waarbij met behulp van Turbotoiletten de toiletinhoud onder zeer hoge druk met slechts 100 tot 200 ml water wordt weggespoeld, vervolgens wordt vermalen om via een vacuümsysteem naar strooiselcentra te worden geleid. Utopisch misschien? De tijd zal het leren maar onderzoek in die richting lijkt mij zinvoller dan blijven vasthouden aan nutriëntentech die de bodem om zeep helpt. Om in de woorden van Joseph Országh te spreken: “Wie blijft vasthouden aan de voorbijgestreefde begrippen van de N-P-K-landbouwvisie (stikstof, fosfor, kalium – HW) , getuigt van een gebrek aan inzicht in het belang van het bodemleven en van de symbiotische relaties tussen planten en bodemfauna (bodemorganismen).”

Om het artikel compleet te maken testte de redactie en passant ook nog twee droogtoiletten. En jawel, beiden met een urinescheider. En natuurlijk dwingt een test dan tot een snelle conclusie. De eenvoud van het niet gescheiden strooiseltoilet zoals Jenkins en Orszàgh toepassen blijft achterwege waarbij mijn vermoeden dat de schrijver The Humanure Handbook niet gelezen heeft nog eens wordt versterkt: “…in werkelijkheid zorgden de poep en de snippers toch wel voor een geur die doet denken aan een konijnenhok dat aan verschoning toe is .” Hoe treurig, droogtoiletten hoeven echt niet te stinken. Als je wat ruikt doe je iets niet goed, zo eenvoudig is het. Dit is weer typerend wat er gebeurt als je zonder kennis van zaken aan de slag gaat. Het is een beetje gissen maar het zou best wel eens zo kunnen zijn dat de urinetrechter de vervelende luchtjes afgeeft, daar kan immers geen strooisel op of in gegooid worden. Urine zonder strooisel gaat stinken. Of de redactie heeft te grof (‘snippers’) of onvoldoende strooisel gebruikt, wat een andere oorzaak zou kunnen zijn.

Al met al een teleurstellend artikel. Laten we dan ten minste hopen dat het noemen van The Humanure Handbook mensen ertoe aanzet het te gaan lezen. En anders mag je natuurlijk altijd bij Kleinste Kamertje aankloppen als je niet zo gek wilt zijn om je in poep, pies en compost te verdiepen.

https://archive.ph/JUZgX

https://slateroofwarehouse.com/Books/Joseph_Jenkins_Books/Humanure_Handbook

https://eautarcie.org

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *